Feitelijk is vrijwel alles aan de kust ongrijpbaar: van de onaanraakbare wolkenlucht tot het zand dat tussen je vingers door glipt, van de meeuwen die hoog boven je voorbij scheren tot het water dat langs je enkels stroomt. Hoe maak je daar dan toch poëzie van? Of is het zeelandschap daarmee bij uitstek een geschikt onderwerp als inspiratie voor een gedicht? Op die vraag vinden we een mogelijk antwoord in Gezwommen worden, de debuutbundel van Anke Senden. Ik recenseerde ‘m voor poëzietijdschrift Awater. Bekijk het nummer hier. Bekijk hier ook de andere recensies die ik eerder voor Awater schreef.
Gerelateerde posts:
DEN · Oral history in de digitale wereld
Oral history biedt unieke inzichten die vaak ontbreken in geschreven bronnen. Hoe kun je als kleine erfgoedorganisatie zulke vormen van oral history ontsluiten? En hoe leg je verhalen vast zodat ze ook in de toekomst toegankelijk en zichtbaar blijven? Hierover schreef ik een artikel voor DEN.
Conservatorium van Amsterdam · Artist in residence
Hoe kan het Conservatorium van Amsterdam groeien in diversiteit? Met die vraag gaat Orlando Ceder aan de slag tijdens zijn residentie. De docenten en studenten met wie hij spreekt, lopen warm voor zijn ideeën, met ruimte voor meer culturele variatie. Ik interview Ceder meermaals tijdens zijn periode als artist in residence.
Hard//hoofd · Vrouwelijke kunstenaars uit de vergetelheid
Vrouwelijke kunstenaars staan meer dan ooit in de schijnwerpers – niet alleen hedendaagse makers, maar opvallend genoeg ook heel wat vrouwen die rond 1900 in de kunstwereld rondliepen. In de solotentoonstellingen van Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster doen musea er alles aan om de lezer te laten begrijpen waarom deze vrouwen alsnog een plek in de canon verdienen. Ik schreef er een essay over voor Hard//hoofd.