Dodenherdenking Delft Foto: Bart Noordervliet

Dodenherdenking Delft 2022 · Openingsgedicht

Op woensdag 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van oorlogsgeweld sinds die tijd. Op die dag vinden ook in Delft op meerdere locaties herdenkingen plaats. ’s Avonds vertrekt een stille tocht vanaf de Markt naar de Nieuwe Plantage, waar twee minuten stilte worden gehouden. Ook geeft de burgemeester en toespraak en leggen verschillende partijen een krans. Dit jaar mocht ik als opening van de ceremonie mijn gedicht Overmorgen voordragen. Je vindt de tekst hieronder.

Overmorgen

Zevenenzeventig jaar geleden was het
bijna overmorgen: de dag waarop we dansten en zongen,
rood-wit-blauwe strepen trokken met onze vlaggen,
wachtten op de Markt op de burgemeesters hoge woord.

Zevenenzeventig jaar geleden wisten we nog niet
wat ons te wachten stond: de eerste vrije uren
waarin de laatste Delftenaar de dood nog vond,
omgebracht door de laatste Duitse krachten,

machten die, eenmaal omvergeblazen,
niet meteen vervanging kregen.
We wisten niet meer wat vrijheid was
en dat die ook beteugeling kent.

Zevenenzeventig jaar geleden wachtten we de laatste dagen
tot om kwart over acht ’s ochtends Canadese tanks en wagens
werden overspoeld met Delftse bloemen en omhelzingen,
stroomde de Nieuwe Kerk leeg om de stoet te begroeten,
zette men handtekeningen, kuste men een kind.

Voor het verdwijnen van het ene komt het
andere in de plaats: na vijf jaar werd gehunkerd naar
wanordelijkheid, plunderde men auto’s,
stal men sigaretten – niet uit woede maar
uit de wens om vrij te zijn.

Maar we vonden onze weg weer naar de warmte:
we pakten elkaars schouders vast en somden op
wat geen vat meer op ons had:
de oorlog, de wapens, de blikken, de straffen, de nacht.

We richtten monumenten op – bij kloosters, bij kerken,
op pleinen, we gaven ze de vormen van degenen
die we verloren, degenen die ons vrijheid hadden gegeven,
degenen met wie we dit alles zo graag hadden gedeeld.

We maakten een nieuwe vrijheid: een vrijheid die paste
bij een gehavende stad, een stad die nog meer ziel bezat
en die wenste dat het nooit meer
nooit meer
eergisteren hoeft te zijn.