In het decembernummer van Vlaams literair tijdschrift DW B verschijnen twee nieuwe gedichten van mijn hand, met kwakzalverij als thema. Een van de gedichten, Opstelling, is hier te lezen.
Opstelling
ik ben zes en mijn moeder betrapt me op een fout
ik bewoog me verkeerd door de ruimte had niet
deze opstelling mogen maken in een plastic schepijsbak
met lieveheersbeestjes die ik van
hun stippen probeerde te ontdoen
ik ben zes en mijn moeder berispt me
ik mag mijn lichaam niet verminken ik mag niet
zo dicht met haar scheermesjes bij mijn tepels komen
ze weet niet van de dromen waarin ik opzwel
mijn lijf dat van een ander is
ik ben zes en er zit geen slot op mijn kamer
van k’nex bouw ik een constructie die indringers
uit het raam katapulteert (hij werkt op zonne-energie)
ik zou de snelheden willen meten waarmee
een ziel uit een hart kan vliegen, een ledemaat
door een storm
ik ben zes en we vieren een familiefeest
mijn ooms hebben mij een laboratoriumjas aangetrokken
ik paradeer door de kamer terwijl mij
een snijplank met twee puntpaprika’s wordt voorgelegd
ontdoe ze van de pitjes, zeggen de mensen
snij ze in de lengte behandel ze als een doorrookte long
hoe fermer ik hak des te luider het lachen
er zitten spetters op de ramen
mijn moeder kijkt zwijgend toe