Vrijheidsmaaltijd Delft 2022 · Spoken word

Op donderdag 5 mei 2022 staat de Nieuwe Kerk in Delft in het teken van de Vrijheidsmaaltijd. Driehonderd mensen kunnen dan aanschuiven voor een stijlvol viergangendiner, inclusief gevarieerd programma. Doel is om Delftenaren in gesprek te laten gaan over wat vrijheid voor hen betekent. Tijdens deze avond draag ik mijn gedicht Vleugellam voor. Je vindt de tekst hieronder.

Vleugellam

Laten we die
sleetse metafoor er nog eens bij pakken:
een vogel in een kooi, de spijlen roestig want
we zitten hier al heel lang.
Vogel verliest zo langzamerhand alle veren,
doet een poging tot flapperen maar
botst met haar vleugels tegen de
kille randen van haar vertrek.

Ze kent geen buiten meer –
alleen dit gestreepte eeuwige leven,
is vergeten hoe de wereld klinkt,
geurt, hoe het vliegen haar daar vergaat.
Ze is verleerd hoe ze haar vleugels moet oprichten,
slag moet maken, vaart moet maken,
een rivier overbrugt. Zo stilletjes aan voelt
de overkant van de kamer al heel ver.

Laten we die sleetse metafoor er nog eens bij pakken:
we vergaten even hoe het was om
elkaar uit het oog te verliezen, te moeten omgaan
met dat beeld van een vogel in een kooi.
Eerder hadden we elkaar aangekeken,
elkaars blikken langdurig vastgehouden,
de vleugels vriendschappelijk op elkaar geslagen
en beloofd:
dit zouden we nooit meer doen.

En nu staan we weer hier: we bekijken de kooi
ditmaal niet van binnen maar van buiten,
zoeken naar het hangslot, wachten tot iemand
ons de sleutel brengt. Soms is het zo simpel:
geeft iemand een startschot en ook een eindsignaal,
kunnen we weer verder,
vliegen we weer in de pas.

We zijn dit geluid ontwend geraakt:
het fladderen dat onze nachtrust verstoort,
het piepen dat in onze oren fluit.
Deze kooi staat veel te dicht bij huis.
We kunnen ons dit veel te goed voorstellen:
hoe het was om geen grond meer te voelen,
niet meer weten van zoiets als
een hemels uitzicht of frisse lucht.
Dat alles maakt dat we dit veel te goed begrijpen.
Dat alles maakt ons vleugellam.

Maar de kooi staat op een kiertje –
niet omdat iemand ons de sleutel aanreikt
maar omdat we beginnen te begrijpen dat
herkenbaarheid ons niet hoeft te laten stokken,
als we maar pauwentrots genoeg zijn om
te weten dat dit krachtig is:
de ander begrijpen om onszelf te begrijpen
en de ander begrijpen via onszelf.
Laten we die sleetse metafoor er nog eens bij pakken,
laten we het oude perkament gladstrijken
en laten we constateren:

dit zouden we
dit willen we
dit zullen we
nooit meer doen.